Deel 3: op weg naar Sandakan

Doodop kwamen we weer aan in Kuching. Op de terugweg reden er twee lokale meisjes van de stam mee, onze gids probeerde ons nog te koppelen wat daar gebruikelijk is, maar we gingen lekker slapen. Zelf is hij ook getrouwd toen hij in de twintig was met een meisje van vijftien: in dit soort stammen is leeftijdsverschil dus no problemo. Zijn conclusie was dat Nederlanders verlegen zijn met de meisjes 😛

In de avond kwamen we nog een modeshow tegen. Sommige vrouwen waren gekleed in mooie jurken maar er waren er ook die het wel erg bond maakten. Zo was een vrouw met enorm lange nagels, een soort kat/tijgerpak en haar gezicht zat vol met makeup waardoor ze net een Maleisische tijger leek. We wilden ook even genieten van de modeshow, maar we konden de ingang niet vinden; hierdoor liepen we bijna de catwalk op waar alle fotografen klaar stonden voor een foto. Overigens vonden de modellen vooral Erik interessant door zijn blonde haar, dat komt daar bijna niet voor.

Wanneer je daar rondloopt word je overigens met regelmaat op de foto genomen. Borneo is niet enorm toeristisch en blanken vallen daar nogal uit de toom. Op de eerste dag vroegen twee jongens van onze leeftijd dan ook of we een foto wilde maken. Ik vond het prima, ik nam aan dat hij een foto wilde van zichzelf met zijn vriend voor een mooi gebouw… maar nee, hij wilde meerdere keren met Erik en mij op de foto om aan zijn vrienden te laten zien haha

De volgende dag moesten we weer vroeg op om naar het vliegveld te vertrekken. We namen twee binnenlandse vluchten om richting via Kota Kinabalu door te vliegen naar Sandakan. Op de tweede vlucht hadden we een propellervliegtuigje, met lichte vliegangst is dat toch wel spannend… Grappig was het dat ondanks het feit dat de vlucht maar een uurtje duurde het personeel toch voor iedereen warme maaltijden klaarmaakten.

propellervliegtuigje

Toen we nog aan het opstijgen waren duwden de stewardessen het voedsel karretje omhoog, het vliegtuig stond nog helemaal scheef omhoog. Nu begrijp ik waarom de stewardessen daar zulke spierballen hebben (:

Vliegtuigmaaltijd

Sandakan: een troosteloos plaatsje

Voordat we op excursie gingen hadden we een vrije middag. Sandakan is een wat naargeestiger stadje alwaar je de armoede van dichtbij ziet. Sommige mensen doen hun behoefte gewoon op straat, de flatgebouwen zijn troosteloos en zwart uitgebakend en de straten zijn er vies. Toch zijn de mensen ook in Sandakan enorm vriendelijk & gastvrij, op een gegeven moment werd je bijna moe van het beantwoorden van de vraag how are you?

In de avond besloten we om bij een lokale toko te gaan eten. In Kuching gingen we voor de wat meer toeristische tenten omdat we bang waren voor de hygiëne in de keuken, maar nadat we het eten in de jungle hadden overleeft  konden we dit ook wel uitproberen… Voor een euro had je een glas cola en een lekkere kerrie maaltijd. Het eten was heerlijk, maar we genoten er toch wat minder van toen we een reusachtige kakkerlak zagen rondlopen.

Na een avondwandeling gingen we terug naar het hotel, de volgende dag gingen we naar Sepilok wat een opvangcentrum is voor orang-oetans.

Sepilok excursie: opvangcentrum voor orang-oetans

De volgende dag was het tijd voor de eerste excursie: we gingen naar Sepilok! We ontmoetten meteen onze gids voor de komende dagen die een stuk gemoedelijker was dan onze vorige gids, hij was dan ook geen stamlid. De beste man was nog vrij verbaast dat we zo jong waren, we waren de jongste toeristen die hij ooit had gezien op het eiland (we waren toen zeventien).

Eerst werden we naar een soort huizen in het water gereden, dit was het vertrekpunt voor de verschillende excursies in de regio. Overigens hadden ze het hier niet zo arm: in het onderstaande huis zou ik ook nog wel kunnen vertoeven met een leuk filmpje!

Daar zou ik ook nog wel willen wonen!

Met de bus reden we naar Sepilok, onderweg vertelde onze gids ons de algemene regels en gaf hij aan waarom je bij de groep moest blijven. Het is twee keer gebeurt dat een Fransman zich afzonderde van de groep. In beide gevallen vond een vrouwelijke orang-oetan de beste Fransman zou aantrekkelijk dat ze hem begon te masseren en al zijn kleren uittrok. Orang-Oetans zijn erg sterk, dus daar kan je niets tegen beginnen… Gelukkig waren we niet Frans dus echt zorgen maakte we ons niet.

In het park was het vooral leuk om er bij de voertijd bij te zijn. Later zouden we de orang-oetans  ook nog in het wild zien tijdens een boottochtje.

Kinabatangan Riverside Lodge

Na het bezoek aan Sandakan gingen we weer terug naar de aanlegplaats om een speedboot met twee enorme motoren te nemen. We maakte een lekker relaxed tochtje langs het platteland en langs de jungle op weg naar de Kinabatangan Riverside Lodge waar we een nachtje zouden slapen. Bij de lodge hadden ze gebakken bananen met een knapperig korstje, lekker!

Net voor het vallen van de avond maakte we nog een boottochtje richting de jungle. Hier zagen we nog vele apen, een wilde orang-oetan en meerdere toekans

De volgende dag gingen we weer terug naar Sandakan om te genieten van de laatste dagen van onze vakantie. We gingen nog naar het beroemde turtle island om daarna door te gaan naar Kota Kinabalu wat de hoofdstad is van het Noordelijke deel van Borneo, de volgende keer weer meer!